7. Nieuwe landen bij de EU

Europa begon heel klein. Het eerste begin was in 1952 toen België, West-Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland samen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal oprichtten.

Inmiddels telt de Europese Unie 27 landen. De laatste landen die erbij gekomen zijn, zijn Bulgarije en Roemenië.

Het lijkt er wel eens op dat alle landen van Europa lid zijn van de EU, maar dat is niet zo. Er zijn nog steeds landen die heel graag bij de EU willen komen. Turkije bijvoorbeeld, en Servië en IJsland.

Opdracht 1

Wat heb je er zelf van gemerkt dat er nieuwe landen zijn toegetreden tot de EU? Vind je het leuk dat er nieuwe landen bijkomen of denk je juist dat het beter is voor EU als er geen andere landen meer bijkomen?

Opdracht 2

Europa stelt hoge eisen aan landen die tot de Unie willen toetreden. Het gaat om eisen op politiek, economisch en bestuurlijk terrein. Landen mogen de mensenrechten bijvoorbeeld niet schenden en er moet sprake zijn van eerlijke economische concurrentie. Niet altijd zijn nieuwe landen blij met die eisen. Daarom botst het nog wel eens tussen Europa en de landen die bij Europa willen horen.

Zoek de landen op die zich graag bij Europa willen aansluiten. Zoek per land voorbeelden van de eisen van de EU voor toetreding en kijk ook of je voorbeelden kunt vinden van eventuele botsingen tussen de EU en de landen.

Zoek ook naar voorbeelden van situaties waarin de EU het lidmaatschap gebruikt om landen onder druk te zetten om hun beleid of wetten te veranderen.

Verdeel de zoekopdrachten binnen je groep. Kies vervolgens samen de duidelijkste voorbeelden voor je presentatie.

Gebruik bij deze opdracht de informatiebronnen op deze website.

Opdracht 3

Stel je voor dat jouw groep een commissie is die nieuwe regels moet bepalen voor toetreding van landen tot de EU. Welke voorwaarden zou jij stellen aan nieuwe landen? Zou jij ook nog extra voorwaarden willen stellen aan landen die pas net lid geworden zijn en die zich nog als EU-lid moeten bewijzen?

Ieder groepslid bedenkt minimaal 2 eisen en een aanvullende eis voor net toegetreden landen. Bespreek de voorbeelden samen met de andere groepsleden. Maak samen een overzicht van de voorwaarden en eisen en noteer daarbij ook kort waarom je deze eisen stelt.

Eindopdracht (huiswerk)

Ieder groepslid maakt enkele slides voor de PowerPoint-presentatie. Verdeel het werk tussen de groepsleden. In je PowerPoint-presentatie zitten in ieder geval de volgende elementen:

    • Een sprekend voorbeeld van een land dat graag tot de EU wil toetreden;

    • Minimaal drie feitjes, weetjes of voorbeelden over dit onderwerp;

    • Een lijstje met de toetredingsvoorwaarden die jouw groep het belangrijkst vindt;

    • Twee stellingen over de toetreding, die gebruikt kunnen worden in een klassendiscussie.

Bij werkwijze vind je meer informatie over het maken van de PowerPoint en kun je een voorbeeld van een PowerPoint-presentatie downloaden.